Geschiedenis Haarlemse kano Vereniging
Op 27 september 1929 is HKV opgericht en daarmee is de club een van de oudste kanoverenigingen in Nederland. Er is veel veranderd, en in het onderstaande verhaal lees je onder meer wat mensen in een kano te stappen, hoe de club al die jaren werd gerund, hoe het bouwen van kano’s gebeurde en hoe het botenvervoer naar toertochten en wedstrijden werd georganiseerd. In vogelvlucht wordt de geschiedenis van HKV gepresenteerd.
Het is boeiend om te zien, hoe onze vereniging steeds verandert. We gaan terug naar Pinksteren 1929. Een vloot zeilboten vaart van het Alkmaardermeer over de Zaan naar hun thuishaven: de Haarlemsche Zeil Vereeniging. Daar, op de Zaan, zien de Haarlemse zeilers kanowedstrijden. Dát is leuk! Dát moeten we in Haarlem ook hebben! Dus: artikeltjes in de krant om Haarlemse “kanoïsten” bij elkaar te brengen. En na een paar bijeenkomsten lukt het. Op 27 september wordt de Haarlemsche Kano Vereeniging opgericht.
HKV is eerst een zuivere toervereniging. Samen met de zeilers houden ze kampen op de Kaag. Dat zint na een jaartje enkele peddelaars niet. Ze beginnen voor zichzelf: Trekvogels is geboren.
Maar na een paar jaar duikt in de HKV het competitievirus op. En in der dertiger jaren zijn het Bosse, van der Kroft en Kuperus die een hele wedstrijdploeg opkweken. Zelf stoten ze door naar de top – en Wim vd Kroft zelfs naar Olympisch niveau.
Wedstrijd- en toervaren
Naar buiten toe wordt HKV wedstrijdvereniging. Maar parallel daaraan blijft een toergroep actief. Wedstrijdvaarders doen mee met toertochten, toervaarders gaan als supporter mee naar wedstrijden. En wedstrijden zijn alléén vlakwaterwedstrijden. Squirting, polo, freestyle, boatercross, slalom is verre toekomstmuziek.
De oorlog komt. De eerste paar jaar verandert er weinig, maar dan worden wedstrijden onmogelijk. Toerisme nog niet. Bert Wit verhaalt in 1942 van een trektocht Nijmegen-Haarlem, die hij met vijf anderen maakte. Voor een riks met de beurtschipper vanaf Amsterdam naar Nijmegen, en dan peddelend terug.
Na de oorlog drijft de wedstrijdploeg op de “ouwe knarren”. Het bestuur verzucht: “Waar blijft de jongere aanwas? De jeugd heeft tegenwoordig veel, té veel keuze om hun vrijetijd te besteden!” Maar Wim vd Kroft blijft zich handhaven in de internationale (sub)top.
We komen in 1953. HKV organiseert onderlinge wedstrijden, en samen met Trekvogels nationale kampioenschappen. HKV, Spaarnevogels en Trekvogels starten de roemruchte DRIEKAMP-wedstrijden, waar letterlijk heel kanovarend Haarlem op het water te zien is. Begin 1960: plannen worden gemaakt om wedstrijd te gaan varen in een C10. In Duitsland wordt een wedstrijdboot gekocht, en de HKVploeg trekt de wedstrijden langs.
Maar toeren blijven we doen. Zestiger jaren: HKVgroepen zijn met tent en kano door half Europa te zien. Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Engeland – het clubblad doet verslag van de vakantie-omzwervingen.
Opleving wedstrijdsport
En midden in de zestiger jaren de laatste opleving van de wedstrijdsport. Ruud Inpijn, tien jaar eerder een bekend internationaal vaarder, wordt clubtrainer. We kopen een nieuwe K2. Maar een jaar of vijf later stappen de wedstrijdvaarders naar Trekvogels, of stoppen. En wij gaan als toerclub door.
HKV organiseert inmiddels jaarlijks 15 tot 20 evenementen. Een deelname van 60 vaarders op een weekend is geen uitzondering.
De Beulentocht staat al jaren op het programma, en na de opheffing van Spaarnevogels neemt HKV de Bollentocht over, met een recordinschrijving van 450 deelnemers begin zeventiger jaren.
Polo
Een nieuwe kanosport: polo. Via een demoset, uitgeleend door werf Harry Tieken, werpt HKV zich op het kanopolo. We worden landskampioen. Totdat vervuiling van het Zuiderbuitenspaarne en onze haven roet in het eten gooit. We proberen het nog eventjes met een dependance bij het Zijkanaal, boven Spaarndam, maar dat is geen succes: te ver weg. Tja, en dan stappen de polospelers over naar het schonere water van Trekvogels, en we gaan weer uitsluitend toeren.
Totdat…
Zeevaren
Totdat zeevaren populair wordt. Dus wij de zee op. Begin jaren 1990 verzamelt de ervaren zeekajakker Per Hemso een groep HKV’ers om zich heen, en bouwt een zeekanogroep op. Eerst theorie en oefenen op de Mooie Nel, dan brandingvaren en vervolgens ‘echte’ zeetochten. We hebben nog steeds een zeer actieve zeegroep, met eigen dagtochten en weekends en zo nu en dan buitenlandse vakanties. Maar ook vlakwatertoeren blijven we doen.
Botenhuizen
HKV heeft op vijf plaatsen zijn thuishaven gehad. We begonnen jarenlang als inwoner van de HZV-accomodatie. Toen, een paar jaar voor de oorlog, konden we een loods in Penningsveer huren. Geen water, geen elektra, een verrotte steiger… maar wel een eigen onderkomen. In de laatste oorlogsjaren stelde de bezetter een Sperrgebiet in. En Penningveer lag daar nét in. Dus moeten we binnen drie dagen verhuizen met onze hele handel en wandel.
De Steengaasmaatschappij aan de Harmenjansweg ligt nét buiten de Sperrzône, en voor één gulden per kano per maand krijgen we daar onderdak. Veel te duur, vinden we. En na een half jaartje zijn we in de loods van de houthandel tegenover de Byzanthiumstraat goedkoper uit.
Rond 1950 trekken we, samen met Spaarnevogels, naar de dan gloednieuwe gemeentelijke kanohaven. Krap twintig jaar later zieltoogt Spaarnevogels, hun bestuur weigert deel te nemen in een fusievereniging HKV Spaarnevogels, en is na een jaartje over de kop. Voorzitter Jan Kroft heet oud-Spaarnevogels van harte welkom en wij nemen het voorste botenhuis ook in gebruik. Veertien jaar later: na vier jaar papieren lobby lukt het ons derde botenhuis te laten bouwen. Botenhuis en kantine wordt door een groep van 20 HKVers verbouwd/afgebouwd. HKV groeit naar 220 leden, de kantine moet daarom voor de 2e keer vergroot worden en het vierde botenhuis wordt noodzakelijk. En als laatste uitbreiding is in 2009 een “serre” voor de outtrigger gerealiseerd.
Anders en toch hetzelfde
Wanneer je terugkijkt op de HKV-geschiedenis, zie je een grote verandering in welvaart, materiaal en omgangsvormen. Maar je ziet ook zaken terugkeren. Eind dertiger jaren verzucht het bestuur dat de vereniging veroudert. Er is geen nieuwe aanwas, alle klussen komen op de ouderen terecht; en dát voor een vereniging van maar liefst 39 leden! Het einde is nabij…. Eind vijftiger jaren: hetzelfde verhaal, en dát voor een club van 60 leden. Bij het tachtigjarig bestaan in 2009 in onze kantine klinkt hetzelfde geluid; en dát voor een HKV van ruim 200 leden! In 2019 is alweer het 90-jarig bestaan feestelijk gevierd.
Wat ook hetzelfde blijft, is de lol van het varen in de wind, op rivieren, op zee, op de wadden. Een verslag uit 1935 of 2018 ziet er taalkundig anders uit, maar is in diepste wezen hetzelfde. Passie voor pionieren in je bootje, midden in de natuur. En ook: je krachten meten – op zee, tijdens een wedstrijd, of op sportief stromend water.